De Optocht
storytelling
“Ga leven!” zegt de chirurg. Alsof ze een feestmuts op Nora’s verbouwereerde hoofd zet. Alleen, wanneer ze voor de laatste keer de spreekkamer verlaat, is Nora helemaal niet aan feesten toe. Ze had niet verwacht dat ze, zo zonder borst, haar hart ineens zo dichtbij zou voelen. Heeft ze dan nooit naar haar hart geluisterd? Of Nora’s ouders niet? Die liepen tenslotte zelf met hun dromen en verlangens flink op hun tenen. “Gek,” verzucht Nora, “Paps hart eindigde vroeg en wrokkig, maar dat van mam bonst nerveus tot op de dag van vandaag. Een kort en een lang leven, en toch lijken ze allebei niet af.” Maar wanneer is iets eigenlijk af? Zelf is Nora nog steeds niet klaar met die ene optocht op Koninginnedag in 1968. Ze liep toen, net zoals haar ouders, ook op haar tenen. Maar ja, wat had ze dan verwacht?
In De Optocht vraagt theatermaker en storyteller Nora van Dam zich na haar borstamputatie af wie haar leven verprutst heeft: zijzelf of haar ouders? Maar ook wie het daarna weer op de rit heeft gezet: haar ouders of zijzelf? Een tocht langs monotone rijtjeshuizen, oude polderlandschappen, muffe kerken en andere geeuwend saaie plekken volgt, waarin haar familie telkens weer een rol speelt, terwijl Koninginnedag 1968 zich er doorheen slingert.
De Optocht gaat over de spagaat tussen angst en verlangen, over het vieren van het nutteloze, en over verwachtingen die je in een familie van elkaar hebt. Het is een wat late ode aan haar ouders en een levenslange zoektocht naar mildheid en levenslust: "Maak het maar helemaal af."
Tekst & Spel: Nora van Dam
Regie: Godelieve Meijers
Beeld: Peter van Esch